vrijdag 17 februari 2012

Wederzijds


Wat is ze snel aangebrand vandaag. Het lijkt alsof ze loert op een foutje van me. Als ik ook maar iets op een verkeerde manier zeg of doe, springt ze erop en wurgt me. Ze blijft me speldeprikjes geven, tot het moment dat ik er genoeg van heb. Met lichte stemverheffing zeg ik dat ik genoeg heb van haar gedrag. Ik weet dat ik nu verloren heb. Je bent kwaad hé..? zegt ze. Of ik dat nu bevestig of ontken, ik zit in de val. Als ik zeg dat ik kwaad ben, ben ik een lul. Als ik het ontken dan lieg ik en ben ik ook een lul. Ik ben als een vlieg in een web. Hoe meer ik worstel, hoe meer verstrikt ik raak. Ze heeft me! Vrouwen kunnen als geen man, de zaak omdraaien voor je het door hebt. Nu moet ik gaan acteren dat ik spijt heb. In plaats daarvan zeg ik haar dat ik haar even rust gun van mijn gezeik.

Ik trek me terug in de woonkamer. Even met een tijdschrift op de bank. Maar ik kan me niet concentreren op het lezen. Mijn gedachten gaan de vrije loop. Ineens bedenk ik me dat ze ongesteld is en ze geen enkele moeite doet om haar gemoedstoestand te beteugelen. Het is het oer-instinct. In die oertijd gingen wij mannen op jacht en vrouwen bleven thuis. Vrouwen die bij elkaar leven krijgen dezelfde menstruatiecyclus. Stel je eens voor dat je na een paar dagen jacht, thuis komt en een grot vol chagrijnige vrouwen aantreft! Dan ga je met je jagersmaten een paar grotten verder kijken toch? Met een beetje geluk tref je een grot aan waar de vrouwtjes net aan het pieken zijn. Waar de cyclus even 14 dagen anders ligt. Een hol waar een warmer welkom klinkt. Dat was misschien wel de bedoeling zo. Houd de genen lekker fris en voorkomt inteelt.

Ik vind het prima en OK! Zo één keer in die 28 dagen wat vrouwelijke frustratie over me heen, ik kan ermee leven. Geef me maar een grote mond en zeg me maar dat ik een lompe klootzak ben. Haal er zaken bij die maanden of zelfs jaren geleden speelden, om dat te onderstrepen. Verneder me maar. Laat me voor straf het hele huis maar stofzuigen, de afwas doen en vuilnis buiten zetten. Ik luister geduldig aan hoe oneerlijk de wereld wel niet voor je is. En ik geef je nog gelijk ook. Maar bedenk goed lieve dames, dat ik me niet schuldig voel als ik ook mijn oer-instinct laat gelden. Dat ik je voorbeeld volg. En dat ik zonder schroom nog schaamte eens een grot verder de stemming ga peilen.